Vandaag werd je drie. Je toont het fier met je vingertjes.
Net zoals elke ochtend kwam je vandaag ook weer je plekje op mijn buik opeisen om nog even verder te soezen om wakker te worden. Soms lijkt het alsof je er liefst van al weer in zou kruipen. Ook ‘s avonds kom je pas echt tot rust als jouw huid de mijne raakt. Mijn symbiotisch kind, je bent quasi half met mij vergroeid.
Je bent mijn lieve meisje waarvan de batterijtjes soms plat zijn. Languit lig je dan op de grond te wachten tot héél veel dikke mamaknuffels je weer tot leven wekken.
Mijn kleine tuttemie die erg eigenwijs en met een ondeugend lachje achter die tut “Eén!” antwoordt op de vermanende vraag “Seg, hoeveel jaar ben je eigenlijk?”
Maar nee, drie dus. Dat deed me vandaag extra stilstaan bij het feit dat ik ook ben meegegroeid. Je was nog maar negen maanden, toen het donker mij in zijn greep kreeg, maar toch wist je op een bepaalde manier het vlammetje in mij brandend te houden. Je was telkens blij me te zien – wanneer ik de moed vond je zelf op te halen -, daarna kroop je bij me in de zetel, lag je gewoon bij mij en aaide mij zelfs instinctief, want ik was tenslotte toch jouw mama.
Door al die kleine dingen die jij in de afgelopen jaren voor mij deed, heb ik vandaag weer zo kunnen genieten van jouw snoetje toen je de versierde living vanochtend ontdekte, van jouw mopjes, ons uitstapje met Lia naar de kinderboerderij, van jouw apenkuren en als kers op de taart van dat dutje op mijn buik.
Slaap wel kleine meid. Ik zie je – nog steeds op hetzelfde uur als 3 jaar geleden – morgenvroeg weer, op mijn buik.
Jij bent m’n beste vriendje
Jij bent m’n appelsientje
Jij geeft me kracht en laat me stralen
Jij bent m’n beste maatje
Jij bent m’n trostomaatje
Jij weeft zo’n prachtige verhalen
Iedereen heeft iemand nodig
Die zoveel betekent als jij
Iedereen heeft iemand nodig
Geef me een teken en reken op mij
No responses yet