In oktober 2016 begon ik mijn blog met een klein hartje. Helemaal in het begin schreef ik het volgende over de titel “When I discover who I am, I’ll be free”:
Je wordt onzichtbaar als je voor iedereen goed probeert te doen en daarbij jezelf uit het oog verliest. Je neemt geen standpunt in, kiest geen partij, ontwikkelt geen eigen mening. Ik werd daardoor maar een schaduw van wat ik zou kunnen zijn en had het gevoel dat mensen mij als persoon niet zagen. Tegelijkertijd stelde ik me dan de vraag wie die persoon dan wel was. Het heeft mij heel veel tijd gekost voor ik besefte dat ik mijzelf mag laten zien en nog meer tijd om te erkennen dat de antwoorden op mijn vragen over mijzelf bij mezelf liggen.
Ik kies nu voor meer. Ik wil niet meer op mijn woorden hoeven te letten. Ik wil mezelf niet meer wegcijferen, niet meer op de achtergrond zetten,… Mijn zoektocht gaat om meer dan bloedverwanten want ik besef meer dan ooit dat het in de eerste plaats voor mij gaat om een zoektocht naar mijn eigen identiteit. Nu is het dus tijd voor mij. Enige probleem… ik weet niet zo goed hoe dat gaat. Help je me? (2 november 2016)
De aandachtige lezer zal misschien gemerkt hebben dat ik ondertussen mijn blogtitel veranderd heb. Toen ik aan deze zoektocht begon, voelde ik me inderdaad opgesloten en alleen. Ik kreeg mijn gevoel nauwelijks aan iemand uitgelegd en voelde me daarom anders, alsof ik nergens echt bij hoorde. Zo werd ik ook echt een vreemde voor iedereen, inclusief mezelf. Ik maakte me daardoor vaak onzichtbaar en was dat – geloof ik – op een bepaalde manier ook voor veel mensen. Het besef dat ik mijzelf daar jarenlang onrecht mee deed, sijpelt traag maar gestaag binnen.
De eenzaamheid die ik toen voelde, zal ik – om heel eerlijk te zijn – waarschijnlijk nooit volledig vergeten, maar nu ik dit zes maanden later nog eens lees, besef ik dat het tijd werd voor een andere titel. Ik koos daarom voor mijn blog dezelfde titel als mijn Facebookpagina: “An gaat op zoek” (liken/volgen = lief, mensen uitnodigen = nog liever!).
De vorige titel strookte niet meer met mijn huidige gevoel, want als ik nu rond mij kijk, voel ik dat ik niet meer alleen ben. Het zit soms in lieve kleine dingen: een kaartje, een knipoog, een bemoedigend woordje, een (figuurlijke!) aai over mijn bol, een beetje meer tijd/respijt, een knuffel die wat langer duurt. Lieve collega’s die samen met mij verontwaardigd reageren bij de volgende mindfuck (excusez-moi) en mij al eens wat meer vergeven dan eigenlijk nodig is. Nu ik af en toe met mijn kop in de media verschijn, is het ook sommige van mijn leerlingen niet ontgaan dat ik op zoek ben. Ik geef eerlijk toe dat ik daar in het begin wat kopzorgen over had, maar toen was daar ineens een ochtend in februari waarop ik mijn verhaal deelde met mijn klas van het zesde. Die ochtend en hun warme reacties zal ik nooit vergeten. Zij gaven mij kracht. Ze bevestigden mijn vermoeden en vertrouwen dat in onze school, ook onze leerlingen een groot hart hebben en met heel erg veel respect met elkaar en met hun leerkrachten omgaan.
Maar dus, even terug bij de les! Mijn nieuwe titel. Ik weet nog niet elke dag wie ik ben en zie soms nog een vreemde die mij aanstaart in de spiegel, maar ik voel mij niet meer zo opgesloten en alleen. De vrijheid waar ik zo naar verlang, ligt binnen handbereik. Als ik mijn ogen sluit, staat er nu een grote groep rond mij: leerlingen (met lieve kaartjes), collega’s, familie, vrienden, zes donormeisjes en een detective en in het midden sta ik – op het rode ronde tapijt – met heel dicht bij mij, mijn lieve man en kinderen.
In al die ogen zie ik een toekomst. In al die ogen ontmoet ik mezelf. Zij zien wat ik soms nog niet zie. Zij verlichten als het weer eens zwaar of donker wordt. Zij geven me de vrijheid. Zij zijn – samen met mij – op zoek en hun lichtjes wijzen me de weg.












No responses yet